Kleine Anas kreeg een gesprekje aangeboden door zijn baasje. Ze wilde graag weten hoe hij het vond om bij hun te zijn en waarmee ze hem blij kon maken.
Vlak voor dit gesprek had ik al met zijn huisgenoot Zorak gesproken. En dan ben ik blij dat ik eerst Zorak gesproken had zodat ik dit gesprek beter in kon schatten.
Anas kwam in het gesprek over als zeer onzeker en zacht puppeke, beetje somber ook, heel gevoelig en staat op het moment erg gespannen. Zorak intimideert hem en dat vind hij heel erg eng. Zorak is zoveel sterker als hem metaal gezien. En ik snap dat wel. Zorak is wel een aanwezig manneke. Anas wil heel graag alleen met zijn baasje op pad. Even ontstressen en zijn hoofd leegmaken. Lekker geuren snuffelen en niet op z’n hoede zijn. Speuren samen.
Terugkoppeling eigenaar: Dat hij op eieren loopt is duidelijk. Hij is bang voor Zorak en niet onterecht… die heeft hem een keer flink te pakken gehad. Een ‘gewone’ correctie, maar tussen die twee een flinke optater: Zorak is lomp en heftig en bijt flink hard, Anas is een lief, niet dominant jongetje, dus dat is heel hard aangekomen. Het gaat wel beter, maar hij blijft heel voorzichtig en op zijn hoede. Het breekt je hart als je dit dan leest want ik kan me goed voorstellen dat Anas het eng vind. Ik ga zeker meer met hem apart doen want zelfs als we apart trainen zit hij nog naar het hekje te kijken of Zorak er niet aankomt. Toevallig wel net 2 dagen een speurspelletje gemaakt voor hem en dat vond hij fantastisch!
Baasje wilde nog graag weten waarom Anas bij haar gekomen was. Zijn antwoord daarop was “om je te leren omgaan met een zachte hond” ook dit sloot erg mooi aan bij de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Waar ze met Zorak pakwerk doet heeft ze van haar trainer het advies gekregen alleen maar met Anas te spelen en het rustig aan te doen (dikke 10 voor de trainer wat mij betreft!)
De controlevragen waren 75% goed, niet 100% Maar naast de kloppende lijnen in de controlevragen was het verhaal zelf was zo gelijkend aan Anas dat we de controlevragen voor goed rekenen. Ik zei hij slaapt in een kennel maar hij slaapt in een bench. Waterbak was idd aquablauw. Favo ligplek was binnen ipv wat ik zei buiten in de schaduw onder bomen. Wel ligt hij daar vaak in zijn kennel en die vind hij ook erg prettig en die ligt buiten onder de bomen. Dus de lijnen van de controlevragen waren zeker kloppend alleen de context niet geheel. Het blijft altijd een soort legpuzzel die je in elkaar moet leggen na zon gesprek. Hoe werkt dat dan? Vaak krijg ik in het gesprek woorden of korte zinnen, soms alleen omgevingsplaatjes als antwoord op mijn vraag. Zo’n plaatje is zeer kort aanwezig en daar moet ik dan zo snel mogelijk allerlei kenmerken uithalen en tot een antwoord fabriceren. Meestal is dat vrij correct, niet altijd haal ik de juiste informatie er uit. Oefening baart kunst, en deze kunst beoefen ik nog niet super lang. Het kan alleen maar beter worden